Jargon versus dokter Google

Soms voel ik me meer een vertaler dan een schrijver. Want de zorg heeft zo z’n eigen taal. Een taal die ik trouwens goed versta.

De zorg in Nederland is geweldig goed. Toch ervaren patiënten en hun naasten dit wel eens anders. Vaak zit ‘m dat in de communicatie. Begrijpelijke taal is een, naar mijn mening, essentieel onderdeel van goede zorg. Begrijp je wat er met je aan de hand is, dan begrijp je waarom het nodig is je gedrag te veranderen. En weerhoud je jezelf ervan de meest verschrikkelijke doemscenario’s op Google uit te pluizen. Begrijpelijke teksten zorgen kortom voor een betrokken lezer waardoor de boodschap écht binnenkomt en beklijft.

De juiste dosis inlevingsvermogen

Ik schuw er nooit voor om de meest ingewikkelde medisch-wetenschappelijke onderwerpen begrijpelijk te maken voor een groot publiek. Hoe een boodschap verteld wordt en dus overkomt, is het specialisme waarin alles samenkomt waar ik goed in ben: met zorg en een juiste dosis inlevingsvermogen een begrijpelijk verhaal vertellen.

Mijn eigen communicatieve medische misser

Zorg overkomt ons, vroeg of laat, allemaal. En zo heeft iedereen wel z’n eigen verhaal wat betreft communicatieve medische missers. Ik had ‘m bij de uitslag van het onder vrouwen welbekende ‘bevolkingsonderzoek’. In de brief las ik ‘PAP 3a’ en de betekenis ervan. Ik begreep het niet helemaal, maar maakte eruit op: niet goed. Zo zat ik een paar weken later bij de gynaecoloog. Een nieuw onderzoek werd gedaan en ook daaruit volgde een onbegrijpelijke uitslag: CIS 2. Gelukkig bood de arts duidelijkheid. Of niet…? Zes keer, ja echt, zés keer gebruikte de gynaecoloog het woord kanker om te vertellen dat ik géén kanker had. “Kijk, je hebt dus een voorstadium van baarmoederhalskanker. Dat is geen kanker, dat zijn alleen maar onrustige cellen. Als je daaraan niks doet, kan het kanker worden, maar omdat we je gaan behandelen en monitoren is de kans heel klein dat het kanker wordt. Een voorstadium van kanker dus, géén kanker.” Na de derde keer kanker was ik al afscheid van m’n lange haar aan het nemen en nam de hypochonder in mij het over. Zei de dokter nou dat ik kanker had?!